Bloemen zaaien kan alleen van februari tot mei? De natuur houdt zich niet aan een kalender. Ze zaait gewoon als de bloem is uitgebloeid. Lees in deze blog hoe de natuur zou zaaien, en zaai met haar mee.
Zakjes zaad afgestemd op tuinkriebels
Heb je wel eens bloemen gezaaid? Je ziet dan op de zakjes zaad vermeld staan dat je in het voorjaar moet zaaien. Dit is opvallend, omdat in de natuur veel bloemen ergens tussen juni en oktober uitgebloeid zijn. De zaadjes vallen dus in de zomer of herfst uit de plant. Waarom zaaien we dan in het voorjaar?
Misschien zijn zakjes zaad afgestemd op tuinkriebels. En die beginnen aan het eind van de midwinter blues. We zijn de donkere dagen van de winter zat, en verlangen naar de lente. We willen licht en kleur. En bloemen! Maar… zaai je eenjarige vrolijke bloeiers in maart, dan bloeien die pas in juli. Gerekend vanaf februari is dat lang wachten. Met tweejarigen duurt het wachten nog langer. Ze heten niet voor niets ‘tweejarigen’. Als je ze dit jaar zaait, bloeien ze pas volgend jaar…
Moeder Natuur volgt geen instructies op zakjes. Ze zaait gewoon als de bloem is uitgebloeid. Zaadjes van tweejarige planten ontkiemen nog in datzelfde jaar. Zij komen als jong plantje de winter door. Eenjarigen blijven geduldig als zaadje op of in de bodem wachten tot de kou is geweken.
De natuur zaait vanuit overvloed
Uitzaaien is de belangrijkste taak van een plant. Kan een plant geen zaad vormen, dan komen er geen nieuwe planten. Kwekers vermeerderen planten ook wel door enten, scheuren of stekken. Maar in de natuur zijn de planten die zichzelf op die manier kunnen vermeerderen in de minderheid. De meeste soorten sterven uit als ze zich niet uitzaaien. De natuur zaait daarom voor de zekerheid liefst vanuit overvloed.
Sommige planten maken wel honderden tot duizenden zaadjes. Afhankelijk van de bloeitijd laten ze die in de zomer of het najaar los. Veel van die zaadjes komen terecht op een plek waar de omstandigheden om te groeien ongeschikt zijn. Ze ontkiemen dan niet. Of groeien heel slecht. Maar er zijn er ook die terechtkomen op een plek die prima geschikt voor ze is. Daar groeien ze van de weeromstuit uitstekend.
Ontwortelen en verhuizen
Anders is het met het zakje zaad. In zo’n zakje zit maar een bescheiden hoeveelheid zaadjes. De meeste daarvan moeten het doen. Zijn ze eenmaal zorgvuldig in een kweekbakje onder glas opgekweekt, dan verhuizen ze naar de vollegrond. Het is voor een plant al pittig om eerst ontworteld te worden en dan te moeten verhuizen. Een plant staat waar die staat, in de natuur verhuist hij nooit. Bovendien moeten ze opgroeien op een plek die de mens ze aanwijst. Dit is niet altijd de beste plek voor de plant. En dan doet ‘ie het niet.
Gratis verzamelen
We hebben geleerd om economisch te denken. Dit is denken vanuit schaarste: een bodempje zaad in een zakje. De natuur denkt vanuit overvloed. Ze geeft grote hoeveelheden zaad. Maar alleen wat op de juiste plek belandt, ontkiemt.
Wil je experimenteren met zaaien zoals de natuur het zou doen? Verzamel dan eens de zaadjes van bloemen die zijn uitgebloeid. Ze zijn gratis en voor niets. Als de zaaddoosjes bruin geworden zijn en je kunt de zaadjes makkelijk los schudden, dan zijn ze rijp.
Waar haal je de zaadjes vandaan?
Nazomer en herfst zijn prima tijden om zaadjes te verzamelen.
- Heb je planten in de tuin? Verzamel dan zaadjes van je eigen planten,
- Vraag zaadjes aan de buren, of aan bevriende tuiniers. Misschien kun je zaadjes uit je eigen tuin ruilen?
- Verzamel ze uit bloembermen in de bebouwde kom. Die komen er al steeds meer!
Oogsten in de natuur: de regel van 20
Wees terughoudend met verzamelen van zaden in de natuur. Het wordt gedoogd, maar hou je wel aan een paar regels. Blijf sowieso op wegen en paden om de natuur niet te verstoren of te vertrappen. Laat de moederplanten staan en laat ze intact. Pas ook de regel van twintig toe: laat minimaal twintig keer zo veel staan als wat je plukt. Dus voor ieder zaaddoosje dat je plukt, laat je twintig andere staan. Zo kan de plant zichzelf blijven uitzaaien. Zaadjes in de natuur oogsten om ze te verkopen (vanuit commercieel belang) is verboden.
Zo zaai je
In de natuur worden veel zaadjes bij de moederplant weggevoerd. Sommige drijven weg op de wind. Andere blijven als klit aan de vacht van dieren of aan broekspijpen hangen. Er zijn er ook die door vogels worden opgegeten en ergens anders worden uitgepoept. Om de spreiding te kunnen imiteren doe je de zaadjes in een emmer met zand. Hussel goed door elkaar. Werp dan het zaad met de hand of een schepje met een brede zaaibeweging over de bodem.
De bodem hoeft niet kaal te zijn om te kunnen zaaien. In de natuur is zelfs vrijwel iedere bodem bedekt. Er zijn altijd wel zaadjes die tussen het gras door rollen en een plekje in de bodem vinden. Wel is het zo dat – net zoals in de natuur – maar een deel van de zaadjes ontkiemt.
Reactie plaatsen
Reacties